Deze tutor is speciaal geschreven voor de vioolklas, maar is ook geschikt voor individuele lessen. De cursus is ontworpen om het werk voor een jaar te bestrijken en is verdeeld in drie secties onder de koppen Eerste, Tweede en Derde Term. Voor de beste resultaten moeten klaslessen 30 tot 40 minuten duren, afhankelijk van het aantal leerlingen in elke groep. Het vingerpatroon op elke snaar is hetzelfde (toon, toon, halve toon) en de melodieën en oefeningen zijn geschreven op één snaar of op twee aangrenzende snaren. Op deze manier zouden leerlingen aan het einde van hun eerste jaar grondig vertrouwd moeten zijn met het eerste vingerpatroon en een goede linkerhandtechniek kunnen verwerven die zorgt voor correcte vingerbewegingen en echte intonatie. Omdat de melodieën en oefeningen beperkt zijn tot één snaar of twee aangrenzende snaren, is het aantal strijkhoogtes eveneens beperkt. Dit is een belangrijk aspect van vioolles wanneer het wordt toegepast op klassikaal werk op scholen, aangezien de meeste beginners het erg moeilijk vinden om de strijkstok te controleren bij het proberen van talrijke snaarovergangen. In deze tutor worden de strijk- en ritmische moeilijkheden geleidelijk verhoogd op een of twee snaren en omdat het vingerpatroon op de E, A, D en G snaren hetzelfde is, kunnen leerlingen zich concentreren op de rechterhand zonder in de war te raken door een verscheidenheid aan vingerpatronen of strijkhoogtes. Soms wordt de 'banjo'-positie verkozen voor zeer jonge artiesten voordat ze de strijkstok mogen gebruiken. Dit is echter puur een kwestie van keuze en hangt af van de leeftijd, grootte en vaardigheid van de leerlingen of deze vorm van introductie tot vioolspelen al dan niet wordt aangenomen.
Lesgeven in de klas biedt ervaring in samenspel en geeft leerlingen de gelegenheid om naar elkaar te luisteren. Luisteren is een van de belangrijkste factoren bij het leren bespelen van een snaarinstrument en de gehoortraining van leerlingen kan verder worden ontwikkeld door te luisteren naar de tweede vioolpartijen die de leraar ter begeleiding van de melodieën krijgt aangereikt. Het kan op sommige scholen mogelijk zijn dat een gevorderde groep leerlingen de beginners begeleidt. Als dat zo is, kunnen alle akkoorden in de tweede vioolpartijen verdeeld worden gespeeld door de oudere leerlingen.
Deze melodieën in The First Year Violin Tutor kunnen daarom als duetten worden gespeeld (door twee leerlingen of groepen leerlingen) en zullen helpen om studenten te introduceren in de kunst van het samenspelen, wat de basis is van alle ensemblewerk. Door dit te doen, zullen spelers niet alleen hun intonatie en toonbalans verbeteren, maar ook hun muzikaliteit.