Dit boek is een inleiding tot het spelen vanb dubbelgrepen. Het bestaat uit oefeningen in volgorde van moeilijkheid, afgewisseld met volksliedjes. De oefeningen zijn koet: 1,2 of 4 maten. De bedoelingf is om dagelijks slechts enkele oefeningen te studeren met verschillende ritmes en streken. Door het steeds herhalen blijkt deze kangzame opbouw d snelste weg. De eerste oefeniongen zijn nog geenb echte dubbelgrepen(I vinger + losse snaar) en heten daarom "tweeklanken". Onder "hulpgrepen"wordt een afwijkende vingerzetting verstaan. De Haagse violiste en vioolpedagoge Lenneke Willems geeft vanaf haar jeugd vioolles aan jonge kinderen en schreef de bekende mini-vioolmethode. Dit studieboek is een mooie aanvulling op haar ouvre!